Tekenregels biologie (meneer Westerink, Lauwers College Kollum) 

1. maak grote tekeningen op wit a4-papier (ongeveer 80% van je blad is tekening)

2. gebruik voor de tekeningen een scherp HB-potlood

3. teken met potlood en kleur met kleurpotloden (nooit tekenen met stift of pen)

4. teken eerst met dunne lijnen..........daarna kun je duidelijker maken. Let op: niet schetsen

5. alleen tekenen wat je ziet. Let ook op de juiste verhoudingen

6. zet de volgende zaken op je tekenvel

Linksboven:

* Het onderwerp

* Schematisch of natuurgetrouw? (wordt uitgelegd onderaan deze pagina!)

* Dwarsdoorsnede/lengtedoorsnede/buitenaanzicht? (wordt uitgelegd onderaan deze pagina!)

* Vergroting? (zie voorbeeld hiernaast)

Linksonder:

 * Vermelden van onderdeelnummers en het benoemen van deze nummers

Rechtsonder:

* Naam

* Klas

* Datum

7. Werk netjes

Opmerking:

Teken bij plantencellen ook altijd delen van de naburige cellen, zodat je ziet dat het deel uitmaakt van een weefsel!

 

Wat betekenen de begrippen "natuurgetrouw" en "schematisch"

Bij natuurgetrouwe tekeningen teken je alles zo precies mogelijk na, hierbij mag je ook kleuren gebruiken.

Bij schematische tekeningen teken je alleen de belangrijke onderdelen. (zie hieronder)

       

schematische tekening                                   natuurgetrouwe tekening

 

Wat betekenen de begrippen "dwarsdoorsnede", lengtedoorsnede" en "buitenaanzicht"

Hieronder zie je links een foto van een dwarsdoorsnede van een appel, in het midden een lengtedoorsnede van een appel en rechts een buitenaanzicht van een appel.

          

dwarsdoorsnede                           lengtedoorsnede                                                             buitenaanzicht