Maak de puzzel door steeds op een nummer te klikken en het antwoord in te vullen. Klik vervolgens op "controleer" om te controleren. Noteer daarna de volgende letters: 5e letter van 3, 1e letter van 19, de laatste letter van 6, 1e letter van 3, 2e letter van 17, 1e letter van 20, laatste letter van 4 en 7e letter van 18. Welk woord heb je nu gevormd?

1											2
3
					4
				5											6							7
	8
													9
	10
							11
						12
13
																14
15												16
									17
																18
													19
		20

 controleer 

Horizontaal: 1. Hoe worden de stukjes kraakbeen genoemd die zich tussen de wervels bevinden? 3. Hoe worden twee spieren genoemd, waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft? 4. Bekijk de afbeelding. Welk type gewricht bevindt zich tussen nr. 5 en nr. 10? 6. Welk type "ganger" zakt het minst snel weg in drassige ondergronden? 8. Bekijk de afbeelding. Wat is de naam van bot nr. 3? 11. Welk type gewricht bevindt zich tussen de ellepijp en het spaakbeen? 12. Hoe wordt het bindweefsel genoemd, dat zich om een spier bevindt? (zie nr. 1 van afbeelding 3) 13. Deze vergroeide wervels bevinden zich tussen de lendenwervels en het staartbeen. 15. Welk type "ganger" is een hond? 16. Wat is de beenverbinding tussen de wervels in het staartbeen? 18. Welk bot bevindt zich naast het scheenbeen in het onderbeen? 19. Bekijk de afbeelding. Hoe wordt bot nr. 7 genoemd? 20. Deze botjes bevinden zich tussen de voetwortelbeentjes en de teenkootjes.

Verticaal: 2. Hoe worden de groep wervels genoemd, die zich tussen de borstwervels en het heiligbeen bevinden? 5. Functies van het skelet zijn: stevigheid, beweging, vorm en .................. 7. Dit onderdeel van een gewricht maakt gewrichtssmeer en zorgt ervoor dat de botten op hun plaats blijven. 9. Bekijk de afbeelding. Hoe wordt nr. 1 genoemd? 10. Een ander woord voor botten. 14. Bekijk de afbeelding. Waarvan is dit een foto? 17. Welke onderdelen van botten geven ze stevigheid?