internetles - planten, dieren en hun samenhang (K6)

Opdracht 1: Determineer de volgende twee organismen met behulp van de determineertabel. Wat zijn de namen van dier 1 en dier 2?

 

Opdracht 2: Welke van de onderstaande dierencombinaties behoren tot dezelfde soort (oftewel: kunnen onderling vruchtbare nakomelingen krijgen)

   

Afrikaanse olifant             &                                          Aziatische olifant

 

         

Labrador                       &                                               Poedel

                                    

Paard                            &                                              Zebra

Opdracht 3a: Hieronder zie je een paardenskelet. Wat voor type "ganger" is het paard?

Opdracht 3b: Welk bot wordt aangegeven met nummer 10?

Opdracht 3c: Waar zouden paarden in het wild het beste kunnen leven? A. op een harde ondergrond in het bos, B. op een harde ondergrond in de open vlakte, C. op een zachte ondergrond in de open vlakte

Opdracht 4: Geef van de volgende vijf dieren aan of het een topganger, een teenganger of een zoolganger is.

       

Dier 1                                                                            Dier 2                                                                        Dier 3

    

Dier 4                                                                                                    Dier 5

 

Opdracht 5a: Een mens kan in een korte sprint een snelheid bereiken van 36 km/uur. Klik op de verschillende " .......km/u" om te zien welke dieren langzamer zijn dan de mens. Gebruik hiervoor de link "diersnelheden" hieronder. Noteer deze dieren.

Opdracht 5b: Welke diersoorten kunnen twee keer zo hard sprinten dan een mens?

Opdracht 5c: Welk dier is het snelst?

"diersnelheden"

Opdracht 6: Hieronder zie je zes vogelkoppen. Kies de juiste naam bij elke kop. Controleer je antwoorden. Wat is je score?

Opdracht 7a: Hieronder zie je een foto van een krokodil. Hoe haalt dit dier adem? A. via longen, B. via kieuwen, C. via de huid, D. via tracheeën.

Opdracht 7b: Hoe plant de krokodil zich voort? A. via eieren met een kalkschaal, B. via eieren met een leerachtige schaal, C. levendbarend

Opdracht 8a: Je ziet de kringloop van stikstof hieronder. Planten zijn evenals dieren afhankelijk van stikstofverbindingen. Hoe heet de stikstofverbinding die een plant gebruikt?

Opdracht 8b: Hoe heet het proces waarbij ammonium wordt omgezet in nitriet?

Opdracht 9a: Wat is de naam van de twee cellen met nummer 7?

Opdracht 9b: Wat is het nut van huidmondjes?

Opdracht 9c: Welk type vaten worden aangegeven met nummer 9?

Opdracht 10a: Bekijk het voedselweb. Benoem een voedselketen die bestaat uit drie schakels en benoem een voedselketen die bestaat uit vier schakels.

Opdracht 10b: Welke drie dieren staan bovenaan een of meerdere voedselketens?

Opdracht 11: Vul de 11 onderdelen van een bloem op de juiste plek in. Wat is je score?

Opdracht 12: Benoem twee manieren, waarop een plant zich ongeslachtelijk kan voortplanten. Gebruik hiervoor eventueel "google".