Internetles - bescherming

1.Hieronder zie je enkele onderdelen van de huid. Maak de opdracht. Hoeveel procent had je goed?

 

2a.Je huid regelt je lichaamstemperatuur. Plaats het schuifje naar "hot". Je huid kan je op twee manieren laten afkoelen. Welke twee manieren zijn dit?

2b.Om warmer te worden gebruikt de huid ook twee acties. Omschrijf wat je huid doet om je lichaamstemperatuur omhoog te krijgen.

3. Klik op onderstaande link (animatie huid) en bekijk de onderdelen van de huid. In de huid liggen veel zintuigjes. Een hiervan is het pijnpunt waarmee je pijn kunt waarnemen. Noem nog eens drie type zintuigjes in de huid.

Animatie huid

4a. In de animatie hieronder zie je hoe de huid zich herstelt als je een wond hebt. Bekijk de animatie door steeds op "verder" te klikken. Welke bloedbestanddelen helpen om de indringers aan te pakken?

4b. Wat is het nut van de door de bloedplaatjes gemaakte fibrinedraden?

5a. Bekijk de animatie hieronder. Infecties worden veroorzaakt door micro-organismen. Benoem de twee belangrijkste typen micro-organismen.

5b. Bekijk wederom de animatie. Hoe plant een virus zich voort in het lichaam? Geef een korte uitleg hiervan.

5c. Hoe plant een bacterie zich voort? Hoe lang doen zij hier over?

5d. Tegen welke type ziekteverwekkers helpen antibiotica?

5e.Noem twee manieren waarop je verspreiding van ziekteverwekkers kunt voorkomen.

 

6a. Mensen kunnen worden ingeënt (gevaccineerd) tegen sommige ziektes. De zogenaamde DKTP-prik is hiervan een voorbeeld. Zoek op wat deze vier letters betekenen.

6b. Na een beet van een giftige slang wordt een slachtoffer wel eens een (anti)serum gegeven. Wat is het verschil tussen een vaccin en een serum?

7. Iemand die besmet is met HIV noem je seropositief. Het virus komt voor in lichaamssappen, zoals bloed, sperma, vaginaal vocht, speeksel, zweet, etc. Waarom kun je HIV wel overdragen door het hebben van onveilige seks, maar niet d.m.v. tongzoenen, terwijl er zowel in sperma, vaginaal vocht als speeksel zich HIV bevindt?

 

8a. Bekijk het filmpje hierboven. Noem drie soorten SOA's.

8b. Noem twee verschijnselen, die kunnen wijzen op een SOA-besmetting.

8c. Sommige SOA's veroorzaken geen directe klachten. Wat is hiervan het nadeel? Noem twee punten.

8d. Welke twee SOA's kunnen bij vrouwen onvruchtbaarheid veroorzaken?

8e. Noem een voorbehoedmiddel dat bescherming biedt tegen SOA's.

9. Zoek via "google" op wat de ziekte tuberculose inhoudt. Hoe wordt open-longtuberculose overgedragen op een ander?